“Ik ga ervan uit dat iets kán, hoe dan ook!”

Preventie is key

“Met kinderen werken vond ik op zich heel mooi, maar ik kreeg steeds vaker het gevoel ‘dit had toch voorkomen kunnen worden?’ Dan kwam er een kind bij mij waarmee al van alles aan de hand was, terwijl dat niet nodig was geweest als men eerder had ingegrepen. Ik werd er echt een beetje depressief van. Maar het wakkerde ook iets in mij aan: ik wilde aan de slag met preventief werk.
Toen ik een vacature voor jongerenwerker in Zeewolde zag, heb ik daar op gesolliciteerd. Het bleek een schot in de roos! Ik was er helemaal in mijn element; op straat werken, de buurten ingaan, contact leggen en houden met de wijkagent, de winkeliers, de scholen…
Helaas vond later, bij een latere baan in een andere gemeente, de ambtenaar waarmee ik te maken had dat ik me ‘gewoon aan de opdracht moest houden’. Dus of ik asjeblieft van de straat af wilde komen en het jongerencentrum draaiende wilde houden. Dat voelde voor mij heel krom, want als je preventief wil werken, moet je toch de leefwereld van die jongeren kennen, hun buurten? De opdracht van de gemeente klopte gewoon niet! Toen ben ik zelf voor de gemeente gaan werken – dan kon ik van binnenuit het beleid veranderen. Ook dat bleek de juiste stap voor mij: ik kreeg (en greep!) de kans om innovatief aan de slag te gaan.
Toen ik jaren later als directeur transformatiemanager Sociaal Domein in Ede 12 miljoen euro moest bezuinigen, lukte het mij om zelfs méér te bezuinigen: 14 miljoen. Die 2 miljoen extra stak ik in Welzijn. Dat kenmerkt mij wel: ik ga er vanuit dat iets kán, hoe dan ook.

Blijkbaar trok mijn aanpak aandacht; ik werd gebeld of ik bestuurder wilde worden. Dat leek mij veel te hoog gegrepen en bovendien voelde ik me te zeer een ambtenaar. Gelukkig zei mijn vrouw: ‘Ga nou gewoon eens praten, hier geloof je in!’ En dat heb ik toen gedaan. Ik zei meteen ‘Dit ben ik, als je mij aanneemt, dan haal je iemand in huis die op alle mogelijke manieren probeert te werken aan een krachtige sociale basis. Dus verwacht niet van mij dat ik al mijn uren steek in MT-overleggen, want ik wil echt ook mijn handen uit de mouwen steken.’ En voilà, ik kreeg de baan.

Als bestuurder mag ik nu in 9 gemeentes meedenken over manieren om de sociale basis krachtig te maken, hoe tof is dat? Dat je de kans krijgt om subsidies aan verenigingen zó te verdelen, dat je met z’n allen vanuit één thema en één strategie aan de slag gaat. Dat we mogen verbinden!

Verdiwel: een vereniging met potentie
Het is mijn overtuiging dat de kracht van de samenleving meer moet worden aangesproken. En het begrip ‘normaal’ is hoognodig aan een herdefiniëring toe. Een definitie waarbij het normaal is meer om elkaar te geven. Vanuit deze gedachte wil ik de ‘BV Nederland’ veranderen. Daar zie ik ook een rol weggelegd voor Verdiwel– dat is ook de reden dat ik tot het bestuur van de vereniging ben toegetreden.
Bestuurders in het sociaal werk lopen allemaal tegen soortgelijke dilemma’s aan, streven dezelfde doelen na. Dan is het ontzettend prettig dat Verdiwel ons samenbrengt om dit soort zaken te bespreken. Maar ik zie meer mogelijkheden voor onze vereniging! Wij zouden meer kunnen doen om leiderschap van bestuurders verder te verbeteren, bijvoorbeeld door een leiderschapstraject aan te bieden. Daarmee bieden we onze opvolgers, de bestuurders van de toekomst, een weg naar een nog hoger niveau.

Het is ook zaak om meer leden te werven en daar wil ik me graag voor inzetten. Op dit moment hebben we een paar echt grote welzijnsorganisaties die lid zijn, heel veel middelgrote organisaties en dan nog een aantal kleine organisaties. Hoe kunnen wij, met al onze verschillen, samen aan de weg timmeren? We kunnen en moeten meer kracht halen uit wat ons bindt, ook al ben je soms – bijvoorbeeld in een aanbestedingstraject – concurrenten. Die grote organisaties hebben zelf alles zo’n beetje in huis en hebben Verdiwel misschien minder nodig, al zou het fijn zijn als zij meedoen om bijvoorbeeld een politiek statement de wereld in te helpen. Ik richt me vooral op al die kleinere organisaties. Zij kunnen ons zó veel leren en wij kunnen hen ook weer helpen; ik hoop dat vooral zij lid willen worden van Verdiwel. Samen kunnen we verkennen wat een bestuurder aan kwaliteiten in huis heeft voor zijn of haar organisatie, wat er nodig is voor verbinding, voor opvoeding van nieuwe leiders, en voor lobby. Hoe meer we ons verbinden binnen Verdiwel, hoe beter onze stem gehoord kan worden. En hoe socialer we Nederland kunnen maken. Daar teken ik voor.”