In wijken verankerd jongerenwerk voorkomt rellen
Serie: Sociaal werk in de tweede coronagolf, aflevering 16, met Mostafa Limouri, jongerenwerker bij Stichting DOCK in RotterdamWat betekenen de coronapandemie en de voorzorgsmaatregelen voor jongeren in jouw werkgebied?
‘Niet alleen bij jongeren, bij iedereen sloeg de coronapandemie in als een donderslag bij heldere hemel. Alles staat stil. Door het wegvallen van dagelijkse activiteiten raakten veel jongeren hun dagelijkse structuur kwijt. Momenteel zijn middelbare scholen dicht en moeten jongeren lessen online volgen. Veel jongeren hebben het gevoel dat ze minder goede uitleg van de lesstof krijgen dan in de klas. Daar kunnen ze ook makkelijker vragen stellen dan online. En in de klas kunnen ze hun aandacht beter bij de les houden. Ze zijn bang dat ze achterstanden oplopen. Veel jongeren zijn hun baan of een bijbaan in een winkel of in de horeca kwijt. Daardoor kunnen ze in financie problemen raken.
Daarnaast zijn ook andere sociale activiteiten niet mogelijk, zoals vrienden of vriendinnen ontmoeten, uitgaan en sporten. Ontmoetingen met leeftijdgenoten, activiteiten ondernemen en experimenteren zijn cruciaal voor hun ontwikkeling. Door de beperkende maatregelen is spontaan afspreken en spontaan ontmoeten bijna niet meer mogelijk. Jongeren missen contacten met leeftijdgenoten enorm. Als jongerenwerkers zien wij dat dit alles ernstige gevolgen heeft. Steeds meer jongeren voelen zich eenzaam en krijgen mentale en lichamelijke klachten.’
Burgemeester Halsema van Amsterdam, Jet Bussemaker van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en Mariëtte Hamer van de Sociaal-Economische Raad pleiten voor sneltesten voor jongeren, zodat ze sneller weer naar sportclubs en buurthuizen kunnen. Zij vinden dat jongeren te zwaar worden getroffen door de voorzorgsmaatregelen. Zie jij dat ook in je werkgebied?
‘Zeker. Er wordt veel gevraagd van jongeren. De rek is eruit. Ze vinden hun dagelijks leven saai. Wat hieraan bijdraagt, is het gebrek aan perspectief. Niemand weet hoe de situatie er over een paar weken uitziet. Of wanneer het gewone leven weer begint.’
Bij verzet tegen de voorzorgsmaatregelen horen we meer van jongens dan van meisjes. Hebben die er minder last van dan jongens?
‘Nee, ze hebben last van dezelfde beperkingen die al bijna een jaar duren. Een jaar is lang voor alle jongeren. Zowel jongens als meisjes zijn bijbanen kwijt. Maar ook stageplaatsen. Daardoor zijn ze bang voor studievertragingen en dat geeft ook veel stress. Tijdens een ambulante ronde kwamen wij een groep meiden tegen. Zij vertelden dat ze de online lessen saai vinden en dat ze veel belangrijke informatie missen. Zij begrijpen de leerstof minder goed en zijn bang dat ze dit schooljaar over moeten doen.’
Hoor je ook van jongeren over spanningen thuis?
‘Inderdaad. Dat hoor ik niet alleen van jongeren, maar er zijn ook moeders die mij daarover bellen. Als vader en moeder thuis zijn, plus meerdere broertjes en zusjes, dan lukt het jongeren niet altijd om rustig lessen te volgen of huiswerk te maken. Dan kunnen jongeren ook in onze Huizen van de Wijk terecht. Daar kunnen ze zich in een kamertje concentreren op school. Dat werkt vaak goed.’
Hoe probeer je als jongerenwerker van betekenis te blijven voor jongeren?
‘Met een breed aanbod online. Dat varieert van games en challenges tot huiswerkbegeleiding, workshops en cursussen. Workshops over omgaan met geld bijvoorbeeld, over omgaan met teleurstellingen. En over drugs en lachgas. We waarschuwen jongeren dat ze niet moeten vluchten in drugs en lachgas. Het allerbelangrijkste is dat jongeren een luisterend oor krijgen. Dat we medeleven tonen. Jongeren laten voelen dat ze er niet alleen voor staan. We willen voorkomen dat jongeren verdwijnen in anonimiteit. En als het nodig is, brengen we ze in contact met jongerencoaches.’
Toen de avondklok werd ingesteld, braken in een aantal steden rellen uit. In Rotterdam wel in Feijenoord, maar niet in de wijken waar jongerenwerkers van DOCK actief zijn. Hoe kregen jullie dat voor elkaar?
‘Wij hebben een stabiele pedagogische basis in de wijken. Die was er al ver voor corona. Uitgangspunt is de driehoek van thuis, school en wijk. Dat zijn de belangrijkste plekken voor jongeren. Als ambulant jongerenwerkers horen wij bij de wijk. Net als jongerencoaches, die jongeren kunnen helpen op alle negen leefgebieden, waaronder sociale relaties, gezondheid en financiën. Ook sportverenigingen, het CJG, bewonersorganisaties en het sociaal wijkteam horen bij de wijk. Bij thuis horen de ouders en andere opvoeders. En bij school de leerkrachten. In ons werkgebied stemmen we thuis, school en werk op elkaar af. Jongerenwerkers zijn een belangrijke schakel. De lijnen zijn kort. Als jongerenwerkers komen we ook op de scholen, we kennen de jongeren en hun ouders. We bouwen een relatie op met jongeren en ouders. Bijvoorbeeld door mee te doen aan grote evenementen, zoals de avondvierdaagse. Wij zijn laagdrempelig en aanwezig, zeven dagen per week. Ook hebben we contacten met buurtvaders en buurtmoeders. En met Onwijze Moeders.’
Onwijze Moeders? Wat zijn dat voor mensen?
‘Dat zijn moeders die op verschillende locaties bij elkaar komen. De ene keer is dit op school, de andere keer in het Huis van de Wijk, maar soms ook gewoon in de speeltuin. Dit is altijd onder begeleiding van de wijkagent.
De moeders bespreken allerlei thema’s met elkaar. Over opvoeding, maar ook over andere zaken. Ze wisselen ook ervaringen uit. Hoe pak jij dit aan? Ze krijgen trainingen of workshops van bijvoorbeeld de politie, de Officier van Justitie, de brandweer of andere samenwerkingspartners. Die moeders zetten elkaar in hun kracht. Er komen steeds meer vaders bij. Dus waarschijnlijk gaan ze straks Onwijze Ouders heten.’
Waren er jongeren die via sociale media anderen opriepen om te rellen?
‘Wij kennen onze wijken als onze broekzak, maar toen op Urk, in Eindhoven en andere gemeenten rellen uitbraken, waren wij alert. Wij werken in Charlois, Krooswijk-Kralingen, Schiedam en Schiebroek. Ik heb de Buurtvaders gebeld, een paar van deze vaders liepen rondes in de wijk en spraken jongeren aan. De Buurtmoeders hebben hun eigen kinderen aangesproken en gewaarschuwd voor de rellen. De Onwijze Moeders hebben samen met de wijkagent op hun social media-kanaal een oproep gedaan aan buurtbewoners om de straat op te gaan en een tegengeluid te maken. Al deze vaders en moeders kennen de wijk goed, evenals de jongeren en hun ouders. Zij zien dingen die wij als jongerenwerkers niet zien. Wij hebben ons team in tweeën gesplitst. Ondernemers waren bang voor plunderingen. De ene helft van ons team liep van Pendrecht naar Zuidwijk, de anderen andersom. Ook de politie en handhavers gingen surveilleren. Jongeren die wij op straat tegenkwamen, spraken we aan. Vroegen wat ze op straat deden. Dan zeiden ze dat ze bij een “to go” eten haalden. Dan zeiden wij: prima. Maar daarna ga je naar huis.
Onze boodschap aan de jongeren is dat Zuidwijk en Pendrecht ONZE wijken zijn. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig blijven. Dus: niet rellen, maar naar huis gaan. Jongeren gaven gehoor aan ons verzoek. Tegen sommige jongeren zeiden we: als we je straks nog op straat zien, bellen we je vader. Na 21.00 uur was het rustig op straat. We bleven tot 21.30 uur op straat. Het bleef rustig. De volgende dag spraken we ondernemers en buurtbewoners die bang waren geweest voor rellen. Zij waren blij dat het rustig was gebleven en gaven ons complimenten voor onze inzet. Wij hebben laten zien dat we een belangrijke schakel zijn in de wijk.’
De voordelen van Verdiwel
Waarom lid worden
- Kennis
- Ervaring
- Intervisie
- Expertise
- Versterking van de kwaliteit van besturen in het sociaal werk