Gemeenteraadsverkiezingen: dertien tips uit de brainstorm
Sociale media steeds belangrijker
Op 21 maart 2018 organiseerde Verdiwel een Verdiepingsbijeenkomst die resulteerde in het
document “Empower je gemeenteraad” met negentien concrete tips. Dit document is gebruikt als input voor de Brainstorm op 9 juni, met bestuurslid Lucien Peeters als gespreksleider. ‘Mooi om al die thema’s en tips weer te lezen,’ zegt een van de deelnemer aan de brainstorm. ‘In 2018 werd de agenda gedomineerd door de ruimtelijke ordening. Nu is de transitie in het sociaal domein gerealiseerd en gaat alle aandacht naar de transformatie van het sociaal domein. Daardoor is er nu veel aandacht voor sociaal werk, voor jeugd.’ ‘Sociale media zijn de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden,’ zegt een andere deelnemer. ‘Een infografic met landelijke info die je met lokale info en je eigen logo kunt aanvullen kan erg handig zijn,’opperde een deelnemer die daar bijval voor kreeg. Het sociaal werk werkt voor uiteenlopende doelgroepen. Actuele thema’s zijn preventie, aanpak eenzaamheid onder ouderen, aansluiting sociaal werk en zorg/jeugdzorg, lessen uit de coronapandemie. Omdat deelnemers vertrouwelijke informatie deelden, zijn de uitkomsten van deze brainstorm geanonimiseerd.
1. Je moet je bewust zijn van de cyclus die politieke partijen hanteren
‘Je moet je bewust zijn van de cyclus die politieke partijen hanteren. Zij schrijven nu hun
programma’s. Met een zorgorganisatie willen wij “Dagopvang nieuwe stijl” opzetten. Daarover
hebben wij contact met verschillende partijen. Het is prachtig als het lukt om in het partijprogramma te komen van een paar politieke partijen en dan hopen we dat dit idee na de verkiezingen ook door de coalitie wordt omarmd en in het coalitieakkoord komt. Er komen nu extra gelden voor jeugd vrij. Ik heb onze wethouder geadviseerd om niet allemaal incidentele dingen te doen met extra gelden. Gebruik dat extra geld voor duurzaamheid in het sociaal domein, zet interventies uit die je kent en waarvan je weet dat ze weet dat ze werken. Daar kun je ook politieke partijen op attenderen. Verspil geen geld aan allerlei lukrake probeersels als er extra geld komt. Ga voor duurzaamheid.’
2. Sociale media: laat wethouders en raadsleden meekijken met jongerenwerkers
‘Daar ben ik het van harte mee eens. Interventies uit tijdelijke potjes worden opeens weer stopgezet. “Empower je gemeenteraad” is een handig document met tips om weer eens langs te lopen. Wat ik mis zijn sociale media. Hoe gaan jullie daarmee om? Het werkt maar niet iedereen is erg actief op sociale media. Wellicht gaat het om een goede mix persoonlijke contacten en tussendoor van je laten horen via sociale media.’ ‘Dat vind ik ook. Naast de formele facebook pagina van Stichting Netwerk hebben ons kinderwerk en jongerenwerk een eigen account. Echt gericht op de doelgroep. Jongerenwerkers en kinderwerkers filmen van alles, ze laten het rauw zien. Jongeren en jongerenwerkers komen aan het woord. Zo kun je met toestemming van de jongeren de wethouder of gemeenteraadsleden mee laten kijken terwijl je in je ambulante ronde aan het werk bent. Ze zien die interactie. Jongeren gaan veel meer met elkaar in gesprek via sociale media dan ouderen, gaan in gesprek, zetten comment onder iedere boodschap. Kinderwerk is een heel andere discipline. Via sociale media hebben kinderwerkers een achterban van ouders opgebouwd.’ ‘Het succes van sociale media staat of valt met hoe je dat faciliteert in je organisatie. Het is heel belangrijk dat je dagelijks actief bent met die sociale media. Bij veel welzijnsorganisaties is dat niet het geval. Dan eindig je in de tijdlijn van anderen helemaal onderaan. Dan wordt je niet gezien en niet geliked. Dan ben je niet booming. Bij ons doet het jongerenwerk het heel goed met die social media. Elke dag posten, dan zorgen Facebook en Instagram dat je bovenaan komt te staan. Het is belangrijk dat er capaciteit in je organisatie is om dat goed aan te pakken.’
3. Sociale media: Hoe persoonlijker je hen benadert, hoe dichterbij, hoe beter
‘Helemaal mee eens! Ik heb gemerkt dat communicatie via sociale media goed werkt vanuit
personen in plaats vanuit organisaties. Toen ik zelf als gemeenteraadslid actief was, en actief was bij het opstellen van verkiezingsprogramma’s, kwamen we om in een diarree van brieven, opgesteld vanuit landelijk perspectief, van organisaties die een plekje willen in je verkiezingsprogramma’s. Dan kreeg je in mei 40 jaarverslagen waar je zelf de hoofdpunten uit moest pakken. Daar kwam je gewoon niet doorheen. Kleine boodschappen via sociale media, contacten van dichtbij, die werken veel beter dan lange discussies, jaarverslagen en stukken waar het met de transformatie heen moet gaan. Het gros van de politieke partijen bestaat uit mensen die iets in hun lokale omgeving willen betekenen. Dus hoe persoonlijker je hen benadert, hoe dichterbij, hoe beter. Dat kan ook een verslag van een sociaal werker zijn over een rotdag, omdat die werker een zware casus had. Zo’n bericht kan ook impact hebben.’
4. Combineer sociale media met berichten via huis-aan-huis-bladen
‘Mijn PR-medewerker zegt: onderschat het belang van huis-aan-huis-bladen niet. In de vergrijzende samenleving zijn die bladen een belangrijk info-kanaal voor ouderen en ze worden ook door Raadsleden goed gevolgd. Omdat die bladen in een overlevingsmodus zitten, zijn ze blij met alle content die ze krijgen. Zeker als het van een beetje niveau is. Als je daar wat tijd insteekt, heb je daar veel aan. Als je daar wekelijks gebruik van maakt, laat je aan een groot publiek en aan die Raadsleden zien dat je er bent en dat je blijft. Gratis publiciteit die je kunt combineren met sociale media. Die kunnen elkaar versterken door naar elkaar te verwijzen.’ ‘Dat doen wij ook, we merken dat die bladen veel gelezen worden. Wij publiceren er verhalen in van medewerkers en hun klant. Die bijdragen kun je hergebruiken op sociale media. Wij laten die bijdragen door onze medewerkers zelf schrijven. Daar betalen wij ook iets voor. Op die manier heb je zelf invloed op wat er gepubliceerd wordt.’ ‘Wij maken al langer boekjes over ons werk. Sinds een paar jaar maken wij een teaserboekje met een uitklapkaart. Daarin zie je een aantal highlights en verwijzingen naar websites. Met de uitnodiging om het boekje in het wijkcentrum op te komen halen, met een gratis koffiebon erbij. Daar wordt goed op gereageerd.’
5. Communiceer een beperkt aantal kernbegrippen
‘Wij zijn van zoveel dingen. Ik zoek wat overstijgende termen die we goed kunnen gebruiken. Dan denk ik aan de waarde van onze wijkaanpak, het makelen, het versterken van de sociale basis. Dat is volgens mij het belangrijkste.’ ‘Wij stellen het begrip sociale basis centraal, dat is het antwoord op de vraag hoe ga je verder met de transformatie. Hans van Ewijk hield daarover een jaar of wat geleden een inspirerend verhaal tijdens een bijeenkomst van Verdiwel in De Observant. Ik ben daar zelf meer informatie gaan zoeken. Movisie publiceert er regelmatig over. Sociaal werkers onderscheiden zich als specialist van het dagelijks leven van andere professionals in de sociale basis. Wij zijn specialisten in het zien van generalistische banden. Wij werken in de haarvaten van de samenleving. Wij gingen aan de slag met een nieuwe strategische visie en toen werkten wij dat idee verder uit. Dan kom je ook een beetje los van al die doelgroepenbelangen. Wij hebben natuurlijk veel kennis over al die doelgroepen, maar willen een beetje los uit die strijd is het nu jeugd of Wmo? Er wordt ontzettend veel over jeugd gesproken, maar de Wmo is een veel groter probleem voor de gemeenten, ook financieel. Met het begrip “sociale basis” kom je dicht bij waarvoor wij zijn. Dat we inwoners met elkaar verbinden, dat sociale professionals soms op hun handen moeten zitten en het niet voor de mensen gaan doen, maar zorgen dat het samen gebeurd, dat ze de klus samen klaren. Ik merk dat ze dat in het gemeentehuis steeds meer van ons overnemen. En dan denk ik: Tsjakka! Als je zulke begrippen in partijprogramma’s kan krijgen, of straks in het coalitieakkoord, dan heb je een haak waar je continu aan kunt slaan. Voor een directeur bestuurder werkt het goed als je een begrip pakt waar je mee verder werkt, ook in je eigen organisatie. ‘Wij zijn actief in heel veel gemeenten. In een aantal gemeenten hebben we grotere opdrachten en daar zijn we politiek actief. In kleine gemeenten doen we dat niet als het gaat om een opdracht van bijvoorbeeld 80.000 euro. Wat je dan wel kunt doen is medewerkers naar voren schuiven. Goed om weer even te horen, dat doen we ook wel. Wij zijn actief in welzijn en sociale wijkteams. Afhankelijk van de opdracht profileren we wel of niet de verbinding tussen formele en informele zorg. Wij zijn een fusie organisatie. De term “sociale basis” gebruiken wij vaak. Dat verhaal proberen wij goed uit te dragen. Ik maak me zorgen over bezuinigingen die ik zie aankomen in verschillende gemeenten. Wij houden rekening met doemscenario’s, ook lijkt er voor jeugd veel extra geld aan te komen, maar dat moet ik eerst nog zien. Kern van ons werk is het sociaal werk in het voorveld, ik voel me thuis bij het adagium dat generalisme ons specialisme is. Gecombineerd met ons vakmanschap dat in het kwaliteitslabel zo goed is uitgewerkt.
6. Ga nu al in contact met alle programmacommissies
‘Ik ben het helemaal eens met dat pleidooi om een beperkt aantal kernbegrippen te communiceren. Selecteer een paar termen die je continu gebruikt. Dat heb ik als wethouder ook gedaan toen ik het sociaal domein in mijn portefeuille had. Het gaat vaak over maatschappelijk rendement, daar kun je veel in doen heb ik gemerkt. Het is complex, omdat veel factoren invloed hebben op de situatie van inwoners, maar als sociaal werk lever je een significante bijdrage. Ik blijf contacten onderhouden met de wethouders en met gemeenteraadsleden. We maken goede afspraken over welke professionals contact hebben met de gemeente. Je moet de wethouder niet passeren. En onze professionals kunnen dergelijke contacten onderhouden. We hebben professionals in dienst, zijn gecertificeerd en hebben een kwaliteitslabel. Het is belangrijk om aan te geven dat je medewerkers professioneel opgeleid zijn en blijven, door je steeds als professionele organisatie neer te zetten en je zo te manifesteren, en professionals die rol toe te dienen, hebben we een voet tussen de deur gekregen bij de gemeente. We hebben uitgezocht welke thema’s bij de gemeente prioriteit krijgen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, we hebben berichten ge-
stuurd naar alle programmacommissies. Nu komen uitnodigingen om daar het gesprek aan te gaan. Op drie momenten hebben wij het thema gemeenteraadsverkiezingen met onze medewerkers gedeeld. Nu voor de zomervakanties, rond december als de verkiezingslijsten en in de aanloop van de verkiezingen op 16 maart 2022.’
7. Meerjarenafspraken
Ontwikkelingen kosten tijd. Dan gaat het niet om jaar tot jaar, maar ligt er een lange termijn agenda onder. Ik begon in september 2018 als directeur-bestuurder. Ik ben meteen gaan pleiten voor meerjarige opdrachten en subsidies. Nu is het voor het eerst gelukt bij beide opdrachtgevers dat ze elk voor drie jaar subsidie hebben vastgesteld, met indexatie. Dat is een geweldig resultaat. Ik blijf contacten onderhouden met de wethouders en met gemeenteraadsleden. We maken goede afspraken over welke professionals contact hebben met de gemeente. Je moet de wethouder niet passeren. En onze professionals kunnen dergelijke contacten onderhouden. We hebben professionals in dienst, zijn gecertificeerd en hebben een kwaliteitslabel. Het is belangrijk om aan te geven dat je medewerkers professioneel opgeleid zijn en blijven. Door ons zelf steeds als professionele organisatie neer te zetten en zo te manifesteren, en professionals die rol toe te dienen, hebben we een voet tussen de deur gekregen bij de gemeente. We hebben uitgezocht welke thema’s bij de gemeente prioriteit krijgen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, we hebben berichten gestuurd naar alle programmacommissies. Nu komen uitnodigingen om daar het gesprek aan te gaan.
‘Ik ben het helemaal eens met het pleidooi om langzamerhand meerjarencontracten te krijgen
en daarbij ruimte te krijgen om prioriteiten te wijzigen en mee te kunnen bewegen, zoals in de pandemie noodzakelijk bleek. Niet alles is te voorspellen, meebewegen op onverwachte
gebeurtenissen is een kracht. De thema’s zijn bijna overal het zelfde: armoede, schulden,
eenzaamheid, vergrijzing, ervaringsdeskundigheid. Die thema’s vind je ook bij Sociaal Werk
Nederland. ‘Ik sluit me daarbij aan, die ruimte is bij ons heel belangrijk gebleken. Hoe minder je vastlegt in contracten, hoe meer je met elkaar in gesprek gaat. En hoe meer gemeenten je als partner ziet, ook bij beleidsontwikkeling. Bij ons bijvoorbeeld het opzetten van een nieuwe bibliotheek. Of de gemeente zegt: we gaan hier iets anders doen. Jullie hebben verstand van wat er lokaal speelt. Die positionering hebben wij gekozen: samen sterk in een vitale gemeenschap. Wij werken in 27 kernen en grote wijken van 9 gemeenten. Wij stellen ons op als een nieuwe vorm van het traditionele opbouwwerk, als partner van inwoners. Dat slaat hier erg aan, omdat we echt aan het ontwikkelen zijn. Over profilering gesproken. Gister nam ik deel aan een sessie van Sociaal Werk Werkt! en daar kwam dat filmpje “Zie je mij?” ter sprake. Veel opleiders zeiden na dat filmpje: jullie zetten je weer weg als Calimero. De wereld is groot, heb je wel aandacht voor mij? Wij moeten juist zeggen dat we een onmisbare schakel in het sociaal domein zijn, dat je niet om ons heen kunt! We zien die Calimero-reflex ook vaak als er op het sociaal werk wordt bezuinigd. En waar de transitie niet goed van de grond komt, geeft het sociaal werk vaak de schuld aan de gemeente en pakt niet de houding van: hier zijn wij, je kunt niet om ons heen. Die positionering en die kracht wil ik gebruiken in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen.’ ‘Toen ik bij mijn organisatie kwam werken, heb ik nog een paar jaar nodig gehad om het beeld dat mijn voorganger van sociaal werk had geschapen weg te poetsen. In dat beeld was Calimero compleet met belerend vingertje misprijzend gecommuniceerd. Daar willen we afscheid van nemen. Ongetwijfeld maken we de komende jaren mee dat gemeenten gaan bezuinigen, maar dan moeten we voorkomen dat we in die Calimero-reflex schieten. We moeten ook niet misprijzend communiceren. Alle betrokken partijen moeten vanuit hun positie en verantwoordelijkheid samen tot keuzes komen en daar moet je je als partner aan conformeren. Want als je dat niet doet, gaan de verhoudingen alleen maar verder schaden. De afgelopen jaren hebben we in de corona pandemie de verhouding met en positie van onze organisaties prima op orde gekregen. Je moet handelen vanuit je eigen kracht, zonder meteen een al te grote broek aan te trekken. Met bescheiden middelen bereik je bescheiden resultaten, hoe fundamenteel die ook zijn.’
8. Laat professionals en vrijwilligers het gesprek voeren met wethouders, ambtenaren en raadsleden
‘Ik zit al een kleine twintig jaar in het vak en in die tijd is er veel veranderd. De Gemeenteraad is
steeds meer op achterstand gekomen en er is steeds meer een soort controlereflex in geschoten.
Ambtenaren willen van alles voorkë³men, wethouders willen zoveel mogelijk uit de arena van
Raadscommissievergaderingen houden. Zelf maakte ik af en toe de fout om in gesprek met de Raad te gaan. Ik kwam er achter dat wethouders en ambtenaren dat niet wilden en nu doe ik dat low profile en laat veel vaker mij medewerkers of vrijwilligers het gesprek met ambtenaren, raadsleden en wethouders voeren. Die worden geloofd. Bij mij schieten ze snel in de reflex van: hij is zijn organisatiebelang aan het verkopen. In de gemeenten waarin wij actief zijn, werkt dat goed. De gemeenten zijn het sociaal domein aan het herinrichten, maar dat gaat moeizaam. Ik probeer ervoor te zorgen dat we zichtbaar blijven in de haarvaten van de samenleving en daar als organisatie zichtbaar te zijn en zichtbaar te blijven. Met kleine dagelijkse verhalen laat je zien wat je aan meerwaarde boekt en dat het een goed alternatief is voor wat je bij veel wijkteams ziet: om toch maar weer een professional uit de eerste- of tweedelijnszorg in te zetten, en dat geldt voor 0 tot 100 jarigen.’
9. Sociaal werk is linking pin
‘Twee jaar geleden hadden wij onze laatste rondetafelsessie. Voor zo’n sessie nodigen wij
stakeholders uit die zeggen wat zij van ons vinden, op; het niveau van directie, managers en
uitvoerders. Uit de laatste sessie kwam naar voren dat wij voor andere organisaties en voor
bewonersgroepen een linking pin zijn, een sociale kaart. Onze medewerkers kunnen andere partijen een routekaart laten lezen om tot verbindingen te komen. Dat is van onschatbare waarde. De gemeente is dat steeds meer gaan erkennen en noemt ons soms “sociale reisgids”.’
10. Onderzoek toont aan: sociaal werk heeft rendement van 1,6!
‘Gisteravond was ik bij een Gemeenteraadsvergadering en daar ging het weer over financie
tekorten. Uit het onderzoek “Sociaal werk rendeert!” van Sociaal Werk Werkt! blijkt dat sociaal werk geld bespaart op specialistische zorg, Daarmee moeten we veel meer de boer opgaan. Nu kunnen we met een wetenschappelijke onderbouwing aantonen dat sociaal werk rendabel is en geld bespaart. Je moet natuurlijk niet overbluffen en waar kunnen maken wat je zegt, maar met de uitkomsten van dat onderzoek kun je zeggen: blijf investeren in preventie!’ Uit dit onderzoek blijkt: kijkend naar de minimumvariant van de beschikbare businesscases ligt het bruto rendement op ongeveer 1,6. Dat betekent dat de baten een factor 1,6 hoger zijn dan de uitgaven. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau SEOR in opdracht van Sociaal Werk Werkt!
‘In onze gemeente hebben we het Team Rondkomen opgezet. Daar willen we voorkomen dat
problemen te groot zijn geworden en mensen in de schuldsanering komen. Het gaat dan om vroeg
signaleren en een preventieve interventie. Met die aanpak kun je heel goed laten zien dat je kosten
bespaart als je met dit Team Rondkomen voorkomt dat mensen in dure trajecten terecht komen. En dat Team is maar een greep uit wat er allemaal nog meer is. Dit zijn verhalen die je natuurlijk graag aan de gemeente vertelt!’ ‘Het beeld dat investeren in welzijn rendeert is redelijk geland. Dat moet je doceren, niet in doordraven. Dan wordt je drammerig. Het is handiger als anderen dat over ons zeggen. Misschien kan Sociaal Werk Nederland die uitkomsten beter naar gemeenten communiceren dan wij.’ ‘Hoeveel nadruk je op dat rendement moet leggen, is ook afhankelijk van de context. Zeker in situaties van bezuinigingen. Onze gemeente moest gewoon bezuinigen. Wij hebben 1/3 van ons budget ingeleverd, een miljoen euro. Het rendement deed er helemaal niet toe. Je moet steeds kijken: waar heb ik invloed en waar niet? Steeds laveren dus. Een strategie rond verkiezingen is in die situatie niet handig en kan irritaties opwekken. Een langetermijnstrategie lijkt mij veel effectiever.’
11. Kosten en baten vrijwillige inzet
‘In onze visie willen wij meer aandacht voor vrijwillige inzet. Maar er komen steeds discussies over de kosten daarvan. Terwijl vrijwilligerswerk juist zoveel oplevert aan twee kanten: zowel aan die van de hulpgever als aan die van de hulpontvanger. We doen wel veel met vrijwilligers en maken daarbij gebruik van het platform “We Helpen”. En er is continu discussie over de kosten.’
‘Bij ons is dat zeker ook een thema. Minder in de zin van kost dat geld. Wij dragen ook uit dat
vrijwilligerswerk niet gratis is, maar gefaciliteerd moet worden.
12. Nieuwe doelgroep met complexere en langduriger vraag
‘Wat de komende periode extra aandacht vraagt, is de complexer wordende vraag van inwoners. We zien dat mensen langer zelfstandig thuis wonen. Dat vraagt van ons als welzijnsorganisatie een ander soort ondersteuning. Niet meer tijdelijk, zodat je iemand in zijn kracht zet om het vervolgens weer zelf te kunnen. Het gaat dus om een nieuwe doelgroep met een langduriger vraag. In zijn algemeenheid denk ik dat het gelaagder is. Die doelgroep heeft niet alleen een woonvraag, maar ook een zorgvraag, er kan ook gezinsproblematiek achter zitten, sprake zijn van schulden.’
13. Lessen uit coronapandemie
‘Tijdens de lockdowns bleven sociaal werkers de wijken intrekken. Ze waren innovatief en flexibel.
Gemeenten zijn daar zeer tevreden over. ‘De raadsleden liepen tijdens de lockdowns ook door de wijken, ze kwamen in de supermarkten en hebben natuurlijk ook signalen in de wijken opgepakt. De ambtelijke organisatie werkt al een jaar vanuit hun huis. Vaak wonen ze ook nog in een andere gemeente. Zij hebben maanden geen inwoners gezien. Voor hen ben je veel meer de ogen en oren in de wijken, niet zozeer voor de Raadsleden. Goede contacten met ambtenaren zijn heel belangrijk.’ ‘Daar sluit ik me helemaal bij aan. Een aantal teams van ons signaleren door systematisch gegevens te verzamelen. Daar bij maken we onderscheid tussen operationeel, tactisch en strategisch niveau. Soms gebruiken we die info om op basis daarvan een beeldend klantenverhaal te maken. Onze professionals zijn de oren en ogen in de wijken, maar zij moeten soms geholpen worden de juiste vragen te stellen. Soms leggen we signalen neer bij commissies die hier op werkbezoek komen. Het is dus ook spelen met signalen vanuit de haarvaten van de gemeente. We worden steeds beter in dat signaleren. Het werkt goed. Het klopt dat veel ambtenaren wonen buiten de gemeente. In de pandemie was het lastig voor hen om feeling te houden met wat er in de gemeente leeft.’ ‘In een paar kleine gemeentes heb ik het de afgelopen jaren meegemaakt dat interimmers kwamen en weer gingen zonder ooit een voet in die gemeente te hebben gezet. In die tijd leven we nu!’
Infografic
Lucien oppert het idee van een infografic met landelijke info die bestuurders met eigen info en hun eigen logo kunnen aanvullen. Lucien: ‘Wat mij zou helpen is als we een profileringspaper ontwikkelen, een infografic waar je je eigen logo op kunt zetten. En dat je die naar de programmacommissies kan sturen en meegenomen wordt in het coalitieakkoord. Hebben anderen daar ook behoefte aan? Samen met Johan heb ik een PR-medewerker in dienst. De capaciteit
is beperkt. Als in veel gemeenten dezelfde thema’s spelen, kan zo’n infografic heel handig zijn. Niet de standaarddiarree, maar iets pakkends. Hoe denken anderen daarover?’ Carola: Wij zijn over hetzelfde aan het nadenken. Ik sluit daar graag bij aan. Veel thema’s daar zijn we allemaal mee bezig inderdaad.’ Lucien: ‘Je kunt er ook een eigen YouTube kanaal voor gebruiken. Je kunt zowel digitaal als in papieren versie verspreiden. En dan kun je ook een database maken met belangrijke
informatie waar je aan blijft bouwen, die je blijft voeden met nieuwe berichten.’
Deelnemers:
1. Johan Andree Mozaïek Welzijn Tiel
2. Alice ten Dam Impuls Oldenzaal
3. Jorinde Klungers Perspectief Zutphen Zutphen bestuurslid Verdiwel
4. Liesbeth Koornneef Vitis Welzijn Monster
5. Carola van Oerle WIJ Heemstede Heemstede
6. Lucien Peters Forte Welzijn Groesbeek bestuurslid Verdiwel
7. Robert Tops Cordaad Welzijn Veldhoven
8. Anke Verkade-Bosma MEE-Vivenz Dordrecht
9. Christiaan Verschoor Stichting Netwerk Hoorn
10. Kees Neefjes Verdiwel Amsterdam Gespreksleider
De voordelen van Verdiwel
Waarom lid worden
- Kennis
- Ervaring
- Intervisie
- Expertise
- Versterking van de kwaliteit van besturen in het sociaal werk