‘Men beseft het belang van niet alleen zorg, maar ook van Welzijn.’
Serie: Sociaal werk in de tweede coronagolf, aflevering 4 Interview met Johan van Buren van Welzijn BloemendaalHet Odensehuis in Overveen opende zijn deuren in maart 2019. Het is nadrukkelijk geen zorgvoorziening, lezen we in het jaarverslag van Welzijn Bloemendaal van 2019: ‘Geen mensen die zorg nodig hebben, maar die elkaar willen ontmoeten en mee willen doen aan leuke, zinvolle activiteiten. Deze activiteiten organiseren de coë¶rdinator en vijf vrijwilligers samen met de deelnemers.’ Deelnemers kunnen muziekinstrumenten meenemen, er staat een piano in de zaal. Er wordt veel muziek gemaakt, er worden films gedraaid, tekenlessen gegeven en presentaties gehouden. Vrijwilligers en deelnemers verzorgen een gezamenlijke lunch. In september kwam een delegatie van KBO Bloemendaal op bezoek. Daarvoor hebben deelnemers en vrijwilligers samen moodboards gemaakt.
Is het Odensehuis open tijdens deze tweede coronagolf?
‘Het Odensehuis is geopend, maar we hebben daar specifieke voorzorgsmaatregelen voor. De begeleiders dragen mondkapjes, de ouderen niet. Natuurlijk proberen we ook daar de anderhalve meter afstand in acht te nemen, maar met die ouderen lukt dat niet altijd. Elke twee weken hebben we een intern coronaoverleg waarin we de stand van zaken bespreken. We volgen de RIVM-richtlijnen. Tot voor kort was de voorziening alleen op maandag geopend, maar nu ook een tweede dag. Dan kunnen er twee keer acht mensen plus begeleiders komen. In totaal hebben we 30 mensen die aan deze activiteit deelnemen, ze komen dus nu niet elke week. Er zijn altijd twee vrijwilligers bij en de coë¶rdinator van Welzijn Bloemendaal is er ook altijd. Er was wel een complicatie rond de maaltijden. In de zaal is een bar en er is een keuken in het pand. Formeel is dat horeca en die moet sluiten volgens de huidige richtlijnen. Vrijwilligers maken gewoonlijk de maaltijd klaar in die keuken. Voor de deelnemers is die lunch belangrijk. Ze kijken daarna uit. De vraag is: valt dit onder horeca. De regels kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Maar wij willen natuurlijk geen boete van een boa. Uiteindelijk is het gelukt om toestemming te krijgen.’
Je volgde Rita Kruik midden in dit coronatijdperk op. Is dit geen bizarre tijd om in een nieuwe functie te beginnen?
‘Inmiddels ben ik al zeven maanden directeur hier en heb ik al een paar honderd mensen via Zoom en Teams ontmoet. Medewerkers, vrijwilligers, mensen van de gemeente, van ketenpartners. In het begin staken mensen hun hand nog wel eens uit en zeiden dan: “Oh nee, dat mag niet meer”. Nu heeft niemand het daar meer over, iedereen is eraan gewend om geen handen meer te schudden. Toch vind ik het wel lastiger om in coronatijd in te werken dan wanneer dat niet zo zou zijn. Vooral in het begin was er nog zoveel onduidelijk. Nederland had nog nooit een intelligente lockdown gehad! Als ik in die tijd ergens een bespreking met Rita had, gingen we ieder in een auto. Nu is het wel wat relaxter. We weten meer over corona, we raken eraan gewend om met de voorzorgsmaatregelen te leven. Voordeel van de coronasituatie was weer dat ik op kantoor rustig alle archiefmappen kon doornemen en meteen kon opruimen. Gewoonlijk wordt er immers veel te veel bewaard. Veel contacten heb ik natuurlijk via Teams en Zoom. Maar face-to-face kennismaken werkt natuurlijk wel beter en prettiger, en was een op een goed mogelijk. Ik merkte anderen daar ook wel behoefte aan hadden’
Wat gaat er wel en wat gaat er niet door in jullie accommodaties?
‘In principe konden alle activiteiten doorgaan, mits het aantal deelnemers beperkt blijft. In Sociëteit Aerdenhout worden lezingen georganiseerd, maar die zijn voorlopig stilgelegd. Een van de inleiders vond dat zijn reis naar Aerdenhout in het licht van de voorzorgsmaatregelen niet “noodzakelijk” was en zegde dus af. Over het algemeen gingen de activiteiten dus door, maar voor een kleiner aantal deelnemers die zich tevoren moesten aanmelden. Na 4 november hebben we toch besloten om de meeste activiteiten voor twee weken stil te leggen. Zowel bij personeel en vrijwilligers als bij deelnemers ontstond twijfel en er kwamen veel vragen. Dan kun je maar beter duidelijk zijn.’
Jullie kantoor in Bloemendaal-dorp is samen met het Wmo-loket gehuisvest in een rijksmonument. Momenteel onderzoeken jullie de mogelijkheden om naar de bibliotheek te verhuizen. Gaan jullie daarop vooruit?
‘Dat denk ik wel. Onze benedenzaal is prima geschikt voor activiteiten, maar in de bibliotheek loop je nog gemakkelijker even binnen. En er is ruimte genoeg voor onze activiteiten. Onze kantoorlocatie in het Centraal Servicepunt Bennebroek is eveneens een combinatie van een Wmo-loket, welzijn en de bibliotheek en daar blijkt dat een goede combinatie. Als uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt dat dat ook hier goed kan werken, verhuizen we waarschijnlijk al in het voorjaar naar de bibliotheek.’
?In de eerste golf toonden sociaal werkers zich creatief, innovatief en flexibel in hun inzet om met name kwetsbare inwoners en jongeren zo goed mogelijk te bedienen ten tijde van corona. Lukt dat ook nu weer?
‘Dat gaat nu nog beter, omdat sociaal werkers nu beter weten waar ze aan toe zijn en wat ze moeten doen. Ze kunnen nu soepeler schakelen en hebben een grote behoefte om iets voor hun doelgroepen te betekenen, of het nu jeugdigen of ouderen betreft. In de Week tegen Eenzaamheid had iemand bedacht om een bakfiets om te vormen tot een “gebakfiets”, die met koffie en thee met gebak alle vijf kernen van ons werkgebied bezocht. Die sociaal werker benaderde mensen op straat, of bij supermarkten en bij slecht weer in bijvoorbeeld het buurthuis en ging met inwoners in gesprek over eenzaamheid. Het idee was een informeel gesprek, maar het doel was mensen die dat nodig hebben door te leiden naar cliëntondersteuning, open eettafels en andere activiteiten. Op diverse locaties hebben we open eettafels, daar is veel belangstelling voor. Als de coronavoorzorgsmaatregelen strenger worden, kunnen vrijwilligers die maaltijden ook bij de mensen thuis bezorgen.’
Blijven de vrijwilligers actief en betrokken?
‘Wij hebben meer dan 300 medewerkers zeg ik altijd, daarvan staan er 16 op de loonlijst. Met de anderen hebben we een vrijwilligersovereenkomst. Elke medewerker is contactpersoon voor een aantal vrijwilligers, voor mij zijn dat onder andere onze bestuursleden. Er is veel contact met de vrijwilligers. Natuurlijk zijn er ook vrijwilligers die kwetsbaar zijn en hun inzet even hebben opgeschort. We hopen natuurlijk dat zij weer actief worden als corona achter de rug is. Maar er zijn ook nieuwe vrijwilligers, maar dat is geen enorme instroom. Eerder een normale toeloop.’
Wat heeft jou de afgelopen weken geraakt?
‘Dat mensen in het Odensehuis niet begrijpen dat het nodig is om met kleinere groepen bij elkaar te komen. Alleen al die uitdrukking in hun ogen als ze vragen: “Waarom mag ik niet naast je zitten?”. Ik ben daar een paar keer geweest. De vrijwilligers en de coë¶rdinator hebben het daar ook moeilijk mee. Dat ze niet even iemand vast mogen pakken. De deelnemers begrijpen die afstandelijkheid niet.’
Hoe is de samenwerking met ketenpartners in de tweede coronagolf?
‘We weten elkaar goed te vinden. Onze grote zaal beneden wordt nu gebruikt voor de dagbesteding van Zorg Balans. Omdat wij meerdere grote ruimtes hebben, maken ze ook gebruik van andere accommodaties van ons. Ze maken ook gebruik van onze duofiets. Zo help je elkaar. ZorgBalans heeft betaald voor een scherm dat we op die duofiets hebben laten zetten, zodat je veilig naast elkaar kunt zitten.’
Hoe is jullie relatie met de gemeente in coronatijd?
‘Die is heel goed. De gemeente is erg betrokken, er is veel overleg met de wethouder Sociaal Domein en de ambtenaren. De burgemeester en wethouder hebben een aantal activiteiten bezocht en laten op die manier waardering voor ons werk zien. We staan beter op de kaart dan voorheen. Men beseft het belang van niet alleen zorg, maar zeker ook van Welzijn met een grote ‘W’.
De voordelen van Verdiwel
Waarom lid worden
- Kennis
- Ervaring
- Intervisie
- Expertise
- Versterking van de kwaliteit van besturen in het sociaal werk