Straks extra inzetten op versterking burgerkracht
Serie: Sociaal werk in de tweede coronagolf, aflevering 10 Interview met Jacqueline Vonk van Lumens in Eindhoven‘Wij zijn er ook nu voor jou!’ lezen we op de homepage van lumens in Eindhoven. ‘Tot en met dinsdag 19 januari zijn al onze locaties gesloten voor ontmoetingen, activiteiten en groepen. Weet dat we er ondanks de richtlijnen ë¡ltijd voor je zijn. En we doen er alles aan om in contact te blijven. Dus zit je ergens mee, voel je je eenzaam of onveilig? LAAT JE HOREN! Dan zoeken we samen met jou naar een oplossing.’ Lumens voert sociaal werk in de volle breedte uit in Eindhoven en in 21 omliggende gemeenten.
De organisatie heeft ongeveer 270 medewerkers en werkt samen met zo’n 3.000 vrijwilligers. ‘Die zijn niet allemaal bij ons geregistreerd,’ zegt Jacqueline Vonk. ’maar werken wel allemaal samen met onze professionals.’
Sinds enkele weken leven we in een harde lockdown. Wat betekent dit voor het sociaal werk van Lumens?
‘Ons werk is door die lockdown niet veel anders dan vë³ë³r 3 november. Toen kwamen we ook in een lockdown, al was die minder stringent. Wij blijven gewoon ons werk uitvoeren, omdat het belangrijk is dat sociale professionals aanwezig blijven in de directe leefomgeving. Zij zijn namelijk de ogen en oren in de samenleving en kunnen de impact van de gevolgen van de crisis op inwoners direct vertalen naar de juiste ondersteuning en deze ook faciliteren. Tijdens deze lockdown zijn er geen groepsactiviteiten in onze wijkcentra, maar we blijven open voor mensen met een kwetsbaarheid en deelnemers aan dagbesteding.
Al ons kantoorpersoneel werkt nu vanuit thuis. Vë³ë³r deze harde lockdown hadden we wel kleine overleggen op kantoor. Dat kan nu even niet, maar alle operationele processen voor inwoners lopen wel gewoon door: in aangepaste vorm, zoals we dat al negen maanden doen. We hebben natuurlijk veel geleerd van de eerste lockdown en nemen het geleerde mee in de praktijk van de huidige periode. Zo zetten we në³g meer proactief in richting mensen die dit nodig hebben en over wie we ons zorgen maken en houden we hen ook nauwlettend in beeld.
Intern hebben we ter ondersteuning een buddysysteem opgezet, om samen naar vragen en zorgen te kunnen kijken en om elkaar ook persoonlijk te kunnen ondersteunen. Zo houden we elkaar en de mensen waarvoor we werken stevig overeind. Wekelijks en maandelijks houden we middels interne enquëªtes een vinger aan de pols door bij onze medewerkers de gevolgen van de crisis voor inwoners op te halen, te analyseren en te vertalen naar managementinformatie. Die informatie deel ik vervolgens ook weer in het regionale crisisteam met partners uit de 1e en 2e lijn, Veiligheid en Gezondheidszorg. We leggen onze informatie naast elkaar en slaan de handen ineen waardoor er kortere lijnen ontstaan tussen partners en we sneller kunnen schakelen. Zo brengt deze crisis partijen dichter bij elkaar en overbruggen we kloven. Dat is dan ook de winst van deze crisis waarvan ik hoop dat we deze na afloop samen kunnen borgen. ’
Verandert het gedrag van inwoners door de harde lockdown? Blijven ze vaker thuis? Raken ze niet eerder geïsoleerd?
‘Zeker. Zoals ik hierboven aangeef houden onze medewerkers nauwgezet bij wat de grootste impact heeft op inwoners. Ze hebben een top 3 gemaakt van coronagerelateerde problemen die zij signaleerden. In die top 3 staan verveling en het ontbreken van dagstructuur en daginvulling op de eerste plaats. Eenzaamheid staat op de tweede en stress op de derde plaats. We horen de laatste tijd minder over problemen van ouderen en meer over de worstelingen van jongeren en hun ouders. Jongeren hebben last van verveling, eenzaamheid en stress. Onder de huidige harde lockdown zijn de scholen dicht en veel ouders zagen dan ook op tegen de invulling van de feestdagen en de weken daaromheen. Hierop speelden we onder andere in door voor jongeren en hun ouders een digitale adventskalender te maken waarin voor iedere dag andere activiteiten en challenges aangeboden worden. Deze loopt door tot het einde van deze lockdown. Daarnaast ontstaan er doorlopend allerlei initiatieven: vrijwilligers die kerststukjes maakten en brachten naar mensen die alleen zijn, mensen die kaartjes bezorgden in hun buurt, boodschappen voor elkaar doen etc. Veel inwoners slaan de handen ineen om iets te betekenen voor mensen in een isolement. Wij ondersteunen en faciliteren deze initiatieven, jagen deze aan en stimuleren inwoners om hierbij aan te haken.’
Hoe merken jullie dat jongeren het steeds moeilijker krijgen?
‘Begin december hebben we op het Stadhuisplein in Eindhoven de tentoonstelling “Open over depressiviteit” geopend, die wij samen met Combinatie Jeugdzorg, GGzE en Apanta-GGZ hebben georganiseerd. Ons doel hierbij was de groeiende mentale kwetsbaarheid van jongeren onder de aandacht te brengen, het onderwerp bespreekbaar te maken en het taboe te doorbreken. Tijdens de afgelopen 2 maanden zijn aanmeldingen door jongeren bij GGZ-instellingen namelijk explosief gestegen met 65%. Veel jongeren krijgen het mentaal steeds moeilijker door de lange duur van de coronacrisis. De periode van je zestiende tot je vijfentwintigste is ook een bepalende levensfase, waarin je samen met leeftijdsgenoten voor een belangrijk deel je identiteit ontwikkelt. Voor jongeren in die leeftijdsgroep valt nu al negen maanden lang heel veel weg. Mogelijkheden om uit te gaan bijvoorbeeld. Bijbaantjes in de horeca. Werkende jongeren zitten vaak op tijdelijke of 0-urencontracten en veel van hen zijn hun baan kwijt. Als ze een beroepsopleiding volgen, komen ze moeilijk aan een stageplaats want veel bedrijven zijn failliet of gesloten of hebben nu geen begeleidingscapaciteit. Jongeren hebben het echt heel moeilijk. Daarbij helpt het steeds negatief framen in de media van het gedrag van jongeren ook niet bepaald. Uit ervaringen van onze professionals weten we dat juist de grootste groep niet beantwoordt aan dit geschetste imago: jongeren proberen het over het algemeen zo goed mogelijk te doen maar begrijpen vaak niet wat er aan de hand is en hoe ze hiermee om moeten gaan. Ze sluiten zich ook vaak af van de buitenwereld.’
Past jullie jeugdmaatschappelijk werk zich aan deze specifieke problemen aan?
‘Jeugd- en schoolmaatschappelijk werkers benaderen kinderen en jongeren die niet uit zichzelf naar voren komen proactief, zoals ook onze jeugdwerkers dat doen. Ze houden voortdurend contact met jongeren door hen (digitaal) te benaderen, uit te nodigen, te verbinden en te motiveren. Tijdens de eerste coronagolf zag je dat veel kinderen en jongeren buiten beeld raakten, omdat ze niet digitaal aangehaakt waren. Inmiddels is er een enorme slag gemaakt in digitalisering, maar de extra aandacht voor ouders die ook ondersteuning nodig hebben bij het ondersteunen van hun kind bij schoolwerk was er nog niet en daar pakken wij onze rol in signalering en faciliteren.
Wat kan het jongerenwerk van Lumens voor hen betekenen?
‘Jongeren zijn digitaal heel vaardig. Die vaardigheid is verweven met hun communicatiepatronen en socialisatie. Onze jongerenwerkers sluiten daar ook nu op aan via sociale media, door het verleggen van voorheen fysieke activiteiten naar online: met acties zoals (hierboven al genoemd) een digitale adventskalender, maar ook door bijvoorbeeld livestreams van muziek te faciliteren. Met de Effenaar heeft ons jongerencentrum Dynamo wekenlang digitale ‘Isolationsessies’ georganiseerd die niet alleen jonge talenten een live podium konden blijven bieden, maar die ook de aansluiting konden borgen met bestaande community’s in deze scene. Onze hele inzet vanuit Dynamo Jeugdwerk bleef en blijft erop gericht om aangehaakt te blijven bij de heersende leefculturen van jongeren. Hen inspiratie te blijven bieden en talentontwikkeling te blijven aanboren en stimuleren. Dat is het hart van ons jongerenwerk.
Hoe houd je medewerkers gemotiveerd en betrokken nu de pandemie steeds langer duurt?
‘Onze professionals zijn flexibel en innovatief, de ogen en oren in de samenleving en sociaal werk is een vitaal beroep. Onze sociale professionals haalden hun motivatie al grotendeels uit hun werk. Als er al iets anders is, dan is dat de bewustwording van wat een periode als deze voor impact kan hebben op mensen en hoe je hierin vanuit je vak het verschil kunt maken. Ze ervaren nu dus meer dan ooit hoe relevant hun werk is.
Naast ons buddysysteem waarover ik hierboven vertel, organiseerden we in december de jaarlijkse Lumensdag, die vanwege de pandemie deze keer digitaal plaatsvond en tweeënhalf uur duurde. Er was een talkshow met een aantal medewerkers en met mij en er was een workshop over het belang van falen: daar kun je immers van leren. Iedereen had via een koeriersdienst een lunchpakket gekregen voor een gezamenlijke (scherm-) lunch. Zo waren we met 235 mensen toch verbonden, zij het via Zoom. Voor de Kerst organiseerden we een digitale kerstborrel met een danswedstrijd via Zoom.’
Wat raakte jou persoonlijk in deze pandemie?
‘Wat mij het meest raakte is de tomeloze inzet van medewerkers, terwijl ze het zelf ook niet altijd gemakkelijk hebben, met kinderen thuis en dubbele zorgtaken. Ze steunen elkaar en het ziekteverzuim is verbazingwekkend laag. En natuurlijk de persoonlijke verhalen over verlies in tijden van corona. Er is zoveel behoefte aan samenzijn in deze persoonlijk zeer ingrijpende periode en tegelijkertijd zijn er zo weinig mogelijkheden. Dat raakt me.
Werken jullie met zelforganiserende teams? Of zijn ze steeds meer als zelforganiserende teams gaan werken?
‘Onze sturingsfilosofie is: beleg verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie en geef mensen autonomie binnen duidelijk gestelde kaders. De teammanagers zorgen hierbij vooral voor het stellen van randvoorwaarden en dat kwam allemaal goed van pas toen de pandemie uitbrak. Er kwam een enorme stroom aan creativiteit op gang, variërend van digitale rouwverwerking, kinderen leren met minder zakgeld uit te komen als hun ouders opeens veel minder inkomen hadden, tot uiteenlopende activiteiten op de digitale snelweg. Deze initiatieven kwamen en komen allemaal direct voort vanuit de medewerkers in de uitvoering en worden niet van bovenaf gestuurd.
In de pandemie hebben organisaties voor sociaal werk zich goed op de kaart gezet. Ondanks de economische crisis, willen veel gemeenten niet bezuinigen op sociaal werk. Is dat ook het geval met Eindhoven en de andere gemeenten waar jullie werken het geval?
‘Ja, dat is ook hier het geval. Eindhoven is de grootste gemeente waar wij voor werken en die bezuinigt niet op sociaal beleid. En in de 21 andere gemeenten waar wij werken, hebben we nergens een opdracht verloren als direct gevolg van de coronacrisis. Gemeenten zien het belang van onze inzet in deze crisis en dat is een kroon op ons werk.
Ik hoop echt dat we në¡ de coronacrisis extra gaan inzetten op sociale netwerken, dat we beter gaan aanhaken op informele zorg, we meer gebruik maken van de krachten in onze samenleving om die nog veel inclusiever te maken. De coronacrisis gaf een boost aan meer omzien naar elkaar, onderstreept nog eens het belang van sociaal werk als preventie van intensievere sociale zorg en van sociale netwerken om alle lijnen met elkaar te kunnen verbinden. Versterk de burgerkracht die nu is ontstaan door te investeren in de voorkant van het zorglandschap, met het sociaal werk als aanjager, motor en facilitator van een samenleving die omziet naar elkaar.’
De voordelen van Verdiwel
Waarom lid worden
- Kennis
- Ervaring
- Intervisie
- Expertise
- Versterking van de kwaliteit van besturen in het sociaal werk